Blog: Peter de Vries, communicatiemedewerker Reliëf
Met het team van Reliëf beginnen we de week vaak met een weekopening, een collega deelt dan iets wat hem/haar geraakt heeft de voorbije tijd. Zo werd begin mei de toespraak van Dieuwertje Blok tijdens de Dodenherdenking besproken.
Mocht u de toespraak niet zelf gezien hebben, het duurt zo’n vijf minuten en is een echte aanrader, hierbij de link. (vanaf 33:50)
Teruggebracht tot één facet
Dieuwertje Blok vertelt in het kort waarom zij het belangrijk vindt te herdenken. Ze ziet het als haar plicht. Zij bestaat zelf alleen doordat twee mensen besloten om in oorlogstijd haar ouders in nood onderdak te verlenen. Voor haar is herdenken niet alleen het terugblikken op de oorlogstijd, het is tevens een verband leggen tussen een vroegere tijd en het heden.
Een fragment uit haar toespraak:
‘Wat doe je met de onverdraagzaamheid van nu, in je eigen land, je eigen buurt? Mijn moeder werd Joods door de oorlog. Ze werd ineens teruggebracht tot dat ene facet van de veelzijdige diamant die zij was, die ieder mens is. Ieder mens, ieder kind, heeft een naam, een gezicht, een eigen geschiedenis, een eigen verhaal. Maar hoe makkelijk brengen we zelf nog altijd mensen terug tot één deel van hun verhaal.
Het is heel mooi om één dag per jaar twee minuten te herdenken, maar eigenlijk zouden dit soort vragen ons elke dag bezig moeten houden. Wat kunnen we leren van de geschiedenis, hoe doen we het zelf?’
Hoe doen we het zelf?
Die zinnen bleven hangen bij mij en mijn collega’s. We bespraken dat oog hebben voor de gehele mens de kern is van de menslievende zorg, waar we bij Reliëf voor staan. Later die dag kwam de vraag nog eens bij mij naar boven. Met het ‘leren van de geschiedenis,’ zit het bij mij namelijk wel goed. Naast mijn betrekking bij Reliëf sta ik ook als docent geschiedenis voor de klas, drie dagen in de week doceer ik bovenbouwleerlingen op een havo/vwo school. Zij leren uiteraard óók over de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en de holocaust, de thema’s die Dieuwertje Blok aanhaalde.
Afhankelijk van het niveau zijn wij zo’n 8 tot 10 lessen bezig met deze onderwerpen. We spreken dan uitvoerig over deze periode en het roept ieder jaar weer vele vragen op. (Ik herken mijzelf overigens niet in de actualiteit van lastige gesprekken voeren met leerlingen over ontkenning van de holocaust.)
Terug naar de vraag die Dieuwertje opwierp. Hoe doen we het zelf? Als ik er goed over nadenk behandel ik als docent tijdens deze lessen de stof (hoe is het gebeurd?) en koppel ik het aan de actualiteit (kan het nog eens plaatsvinden?). We staan bij die laatste vraag bijvoorbeeld stil bij polarisatie, bij het buitensluiten van groepen en personen en gaan hierover open en eerlijk het gesprek aan. Maar… als de les dan voorbij is en ik met collega’s pauze houdt en bijvoorbeeld leerlingen bespreek, dan vallen we toch vaak terug op mindere resultaten of vervelend gedrag. We brengen ze terug tot één deel van hun verhaal. Bij leerlingbesprekingen is dat vaak niet anders, we vooral zoeken dan vooral hoe resultaten van leerlingen kunnen verbeteren. Weinig gaat het over de andere facetten die deze leerling rijk is, die hen tot een diamant maakt.
De toespraak doet mij denken daar meer energie in te steken. Iedere dag opnieuw die vraag te stellen: Hoe doen we het zelf?
Hoe zou u die vraag beantwoorden?