Reliëf Blogs

Blog: De hele mens zien

Blog: Peter de Vries, communicatiemedewerker Reliëf

Met het team van Reliëf beginnen we de week vaak met een weekopening, een collega deelt dan iets wat hem/haar geraakt heeft de voorbije tijd. Zo werd begin mei de toespraak van Dieuwertje Blok tijdens de Dodenherdenking besproken.

Mocht u de toespraak niet zelf gezien hebben, het duurt zo’n vijf minuten en is een echte aanrader, hierbij de link. (vanaf 33:50)

Teruggebracht tot één facet

Dieuwertje Blok vertelt in het kort waarom zij het belangrijk vindt te herdenken. Ze ziet het als haar plicht. Zij bestaat zelf alleen doordat twee mensen besloten om in oorlogstijd haar ouders in nood onderdak te verlenen. Voor haar is herdenken niet alleen het terugblikken op de oorlogstijd, het is tevens een verband leggen tussen een vroegere tijd en het heden.

Een fragment uit haar toespraak:

‘Wat doe je met de onverdraagzaamheid van nu, in je eigen land, je eigen buurt? Mijn moeder werd Joods door de oorlog. Ze werd ineens teruggebracht tot dat ene facet van de veelzijdige diamant die zij was, die ieder mens is. Ieder mens, ieder kind, heeft een naam, een gezicht, een eigen geschiedenis, een eigen verhaal. Maar hoe makkelijk brengen we zelf nog altijd mensen terug tot één deel van hun verhaal.
Het is heel mooi om één dag per jaar twee minuten te herdenken, maar eigenlijk zouden dit soort vragen ons elke dag bezig moeten houden. Wat kunnen we leren van de geschiedenis, hoe doen we het zelf?’

Hoe doen we het zelf?

Die zinnen bleven hangen bij mij en mijn collega’s. We bespraken dat oog hebben voor de gehele mens de kern is van de menslievende zorg, waar we bij Reliëf voor staan. Later die dag kwam de vraag nog eens bij mij naar boven. Met het ‘leren van de geschiedenis,’ zit het bij mij namelijk wel goed. Naast mijn betrekking bij Reliëf sta ik ook als docent geschiedenis voor de klas, drie dagen in de week doceer ik bovenbouwleerlingen op een havo/vwo school. Zij leren uiteraard óók over de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en de holocaust, de thema’s die Dieuwertje Blok aanhaalde.
Afhankelijk van het niveau zijn wij zo’n 8 tot 10 lessen bezig met deze onderwerpen. We spreken dan uitvoerig over deze periode en het roept ieder jaar weer vele vragen op. (Ik herken mijzelf overigens niet in de actualiteit van lastige gesprekken voeren met leerlingen over ontkenning van de holocaust.)

Terug naar de vraag die Dieuwertje opwierp. Hoe doen we het zelf? Als ik er goed over nadenk behandel ik als docent tijdens deze lessen de stof (hoe is het gebeurd?) en koppel ik het aan de actualiteit (kan het nog eens plaatsvinden?). We staan bij die laatste vraag bijvoorbeeld stil bij polarisatie, bij het buitensluiten van groepen en personen en gaan hierover open en eerlijk het gesprek aan. Maar… als de les dan voorbij is en ik met collega’s pauze houdt en bijvoorbeeld leerlingen bespreek, dan vallen we toch vaak terug op mindere resultaten of vervelend gedrag. We brengen ze terug tot één deel van hun verhaal. Bij leerlingbesprekingen is dat vaak niet anders, we vooral zoeken dan vooral hoe resultaten van leerlingen kunnen verbeteren. Weinig gaat het over de andere facetten die deze leerling rijk is, die hen tot een diamant maakt.

De toespraak doet mij denken daar meer energie in te steken. Iedere dag opnieuw die vraag te stellen: Hoe doen we het zelf?
Hoe zou u die vraag beantwoorden?

Familiebetrokkenheid bij euthanasiewens van mensen met dementie

Erkenning rol familie is van belang voor zowel zorgverleners als patiënten en hun naasten

Verzorger, pleitbezorger of medestander: familieleden kunnen verschillende rollen aannemen bij een euthanasiewens van mensen met dementie. Het is belangrijk dat patiënten, familieleden en zorgverleners zich hiervan bewust zijn.
Dit schrijft Trijntje Scheeres-Feitsma samen met onderzoekers van het Radboudumc in een overzichtsartikel in Alzheimer’s & Dementia.

In 2022 kregen 8720 mensen in Nederland euthanasie, blijkt uit het jaarverslag van euthanasiecommissie RTE. In 288 gevallen van euthanasie betrof het patiënten met dementie. Euthanasie mag alleen uitgevoerd worden onder strikte voorwaarden. Zo kan het alleen op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt. Iemand met beginnende dementie kan vaak nog zelf om euthanasie vragen. Als de ziekte in een verder gevorderd stadium is, kan een patiënt niet meer voldoende wilsbekwaam zijn voor een euthanasieverzoek. Een wilsverklaring met een euthanasieverzoek, opgesteld toen een patiënt nog wel wilsbekwaam was, kan dan voldoen.

De rol van familieleden

Euthanasie gaat dus uit van de autonomie van de patiënt. Derden, zoals familieleden en andere naasten, hebben hierin formeel geen stem. In de praktijk spelen zij echter wel degelijk een rol. ‘Zorgverleners schrikken soms van familieleden die willen praten over of aandringen op de euthanasie van een dierbare met dementie’ zegt promovenda Trijntje Scheeres-Feitsma. ‘Dit onderzoek laat zien dat de rol van familie ingewikkelder is dan mensen wellicht op het eerste gezicht denken. Impliciete verwachtingen en de morele verantwoordelijkheid om te doen wat je dierbare je heeft gevraagd of wat je samen hebt afgesproken, kunnen zwaar drukken.’

Jenny van der Steen, onderzoeker van de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc, legt uit: ‘Mensen met beginnende dementie realiseren zich vaak goed wat zowel de ziekte als een euthanasiewens betekent voor hun familie, meestal hun kinderen. Mensen zijn bang voor het verlies van hun onafhankelijkheid en waardigheid. Ze vrezen de toekomst, waarin ze hulpbehoevender worden en een beroep moeten doen op familie. Zij willen vaak hun naasten niet tot last zijn.’

Dit maakt familieleden vanzelf betrokken bij de euthanasiewens. Zij kunnen worstelen met een euthanasieverzoek, soms hebben ze een belofte of toezegging gedaan waardoor ze zich (mede)verantwoordelijk voelen voor het uitvoeren van de wens van hun dierbare. Hier is nog weinig onderzoek naar gedaan. Op basis van een analyse van de bestaande literatuur, formuleren de onderzoekers vier verschillende rollen die familieleden kunnen aannemen. Dit zijn:

  • De verzorger. Familieleden starten vaak in de rol van verzorger. Ze voelen zich verantwoordelijk voor het welzijn van de patiënt. Een euthanasiewens kan familie het gevoel geven tekort te schieten in de zorg. Ze staan niet altijd achter de euthanasiewens.
  • De pleitbezorger. Pleitbezorgers willen de stem van de persoon met dementie zijn. Zo helpen zij de patiënt, waarbij de autonomie en zelfbeschikking van de betrokkene voorop staan.
  • De medestander. Medestanders ondersteunen actief de persoon met de wens om te sterven. Zij maken bijvoorbeeld doktersafspraken of vullen formulieren in. Ook medestanders stemmen niet per definitie in met de doodswens van hun naaste maar willen deze wens wel respecteren.
  • De uitvoerder. Uitvoerders zijn bereid, of zeggen bereid te zijn, om actief een rol te spelen in het uitvoeren van euthanasie of hulp bij zelfdoding door te (overwegen) zelf dodelijke medicatie te verstrekken of toe te dienen. In Nederland is deze rol minder waarschijnlijk dan in bijvoorbeeld de Verenigde Staten, mogelijk vanwege de euthanasiewetgeving in ons land.

Ga het gesprek aan

De onderzoekers doen naar aanleiding van hun onderzoek verschillende aanbevelingen voor zowel mensen met dementie en een euthanasiewens als hun naasten en zorgverleners. Ze adviseren familieleden en zorgverleners het gesprek met elkaar aan te gaan. Soms kan een gesprek zonder de patiënt erbij zinvol zijn. Familieleden durven zich dan soms meer uit te spreken. Betrekken van bijvoorbeeld een geestelijk verzorger of ethicus kan ook van waarde zijn.

Tot slot pleiten de onderzoekers voor meer onderwijs en training voor zorgverleners in spreken over de laatste fase van het leven, met ook hierbij aandacht voor de rol van familieleden. ‘Sommige artsen worstelen met de spanning tussen recht doen aan de autonomie van de patiënt en aan de grote rol die familie en andere naasten spelen. Terwijl het gesprek hierover met patiënten en hun naasten juist heel belangrijk is voor een goede kwaliteit van leven in de laatste levensfase.’

Een gezellig consult

De jonge dermatoloog in opleiding gaat voortvarend van start met een vraag over het plaveiselcarcinoom waar mijn vader een tijdje terug aan is geopereerd. Mijn vader kijkt haar wazig aan en mompelt een onsamenhangend antwoord. “U reageert een beetje anders” merkt de arts alert en enigszins verbaasd op. Ik besluit meteen maar te melden dat mijn vader haar vragen niet zo snel kan beantwoorden omdat hij dementie heeft. De houding van de arts verandert op slag van professioneel-correct naar warm-menselijk. “Wat fijn dat u dat zegt” is haar hartelijke en ietwat opgelucht klinkende reactie.

De rest van het consult verloopt prima. De arts complimenteert mijn vader met zijn keurige voorkomen wanneer we achtereenvolgens een jas, warm vest, gilet, stropdas, overhemd en hemd uit moeten trekken voor controle van de huid op zijn rug en borstkas. Als mijn vader zijn kans schoon ziet, en ook even zijn spataderen en krakende kaken ter sprake brengt, merkt ze lachend op dat deze klachten weliswaar buiten haar specialisme vallen maar dat ze best wat adviezen kan geven.

Met verhalen over zijn diensttijd en natuurlijk over mijn moeder die jarenlang als verpleegkundige in dit ziekenhuis heeft gewerkt, wordt het een enigszins chaotisch maar ook ontspannen en gezellig consult. Het stemt me blij maar doet me tegelijkertijd beseffen dat er nog een wereld te winnen valt als het gaat om het contact met mensen met dementie. Zeker wanneer zij zich met heel andere medische klachten melden op één van de specialistische poli’s van een ziekenhuis.

Natuurlijk is het voor specialisten en andere zorgverleners lang niet altijd meteen duidelijk wanneer zij te maken hebben met een patiënt die, naast andere aandoeningen, ook aan dementie lijdt. De kans dat dit gebeurt, met steeds meer mensen die een hoge leeftijd bereiken, wordt echter steeds groter. Meer bewustwording op dit gebied juich ik dan ook van harte toe. Mijn vader is zelf gelukkig erg open over zijn ziekte. Dat maakt het voor de mensen om hem heen een stuk eenvoudiger om hem op een goede manier te benaderen.

Ook deze arts blijkt uitstekend in staat om haar communicatie op mijn vader af te stemmen. Na het consult bedankt mijn vader haar met een spontaan luchtkusje voor de goede zorgen. Ze is zichtbaar geroerd. Met genoegen sla ik dit tafereeltje gade. Warm, menselijk contact; dat doet ons allemaal goed.

ZZP’ers in de zorg

Digitale bijeenkomst ‘Reliëf Netwerk Ethiek en Zingeving in de VG’
Thema: ZZP’ers in de zorg
Datum: 25 mei, 13:00 tot 15:00 uur

Reliëf zet zich in voor menslievende zorg. We zien dat op steeds meer plekken de inzet van ZZP-ers groeit. Dat doet iets met de wijze waarop ethiek en zingeving een plek krijgt in de praktijk van zorg. Op 25 mei houden we van 13:00 tot 15:00 uur een digitale bijeenkomst over dit thema.

We willen graag gezamenlijk nadenken over de betekenis van deze  ontwikkeling. Ook willen we onderzoeken wat de effecten zijn voor de betrokkenen: de ZZP-ers, de vaste krachten, de managers, de cliënten en de bewoners. Daarom zijn we op zoek naar mensen die één van deze rollen van binnenuit kennen en daar op donderdag 25 mei in een digitale sessie over mee willen praten.

Ben je ZZP-er in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, of ben je juist geen ZZP-er geworden? Ben je leidinggevende en ervaar je de inzet van ZZP-ers als een dilemma of juist niet? Meld je dan aan via: mstegenga@relief.nl.

 

Relief netwerk Prudentia

Op 5 april hebben we een prachtige netwerkbijeenkomst gehad van het netwerk van commissies ethiek van ziekenhuizen. We waren te gast in het Diakonessenhuis in Utrecht waar we werden ontvangen met een heerlijke lunch.

Het thema was ‘Wie is er verantwoordelijk voor de implementatie van ethiekbeleid in het ziekenhuis?’. We verkenden dit onderwerp met drie boeiende inleidingen: tips voor implementatie (Reliëf), geestelijke verzorging en ethiek (Haga Ziekenhuis) en een best practices over het vormen van een ethisch netwerk in het ziekenhuis (Erasmus MC).

Onze volgende bijeenkomst is op 21 juni en zal gaan over shared decision making.

Alweer enige jaren faciliteert Reliëf het netwerk van commissies ethiek van ziekenhuizen; Prudentia. Inmiddels zijn 26 ziekenhuizen lid. We komen 3x per jaar bij elkaar rondom onderwerpen die de leden zelf aandragen. Ons belangrijkste doel is elkaar inspireren, uitwisselen van ervaringen en kennis delen. Ben je geïnteresseerd in het netwerk of wil je met jouw commissie lid worden, zoek dan contact met tscheeres@relief.nl

Nieuwe directeur

Beste relatie,

Wij hebben mooi nieuws te delen!

Wij zijn verheugd mede te kunnen delen dat Eunice van Zomeren per 1 augustus 2023 zal aantreden als nieuwe directeur van Reliëf. Zij volgt daarmee Trijntje Scheeres-Feitsma op die vanaf 1 juli 2022 werd aangesteld als interim directeur. Eunice van Zomeren zal nog tot 31 juli bij Neboplus werkzaam zijn, waar zij voorzitter van de raad van bestuur is.

Henk Prins, voorzitter bestuur van Relief:
‘Met Eunice denken we een directeur gevonden te hebben die weet wat menslievende zorg in de praktijk inhoudt en dat zij overtuigend leiding zal geven aan een vereniging die netwerken faciliteert, trainingen verzorgt en innovaties brengt.’

Ook Eunice van Zomeren is verheugd met haar nieuwe aanstelling: ‘Reliëf is een prachtige en diverse vereniging. Ik voel dat ik hier als mens van betekenis kan zijn voor anderen. Mijn passie is om eraan bij te dragen dat mensen tot hun recht komen, of ze nu jong zijn of stokoud, een mens blijft waardevol. Ik hoop dat aan het team van Reliëf en aan de hele vereniging door te kunnen geven.’

In deze tijd van schaarste en druk op de zorg is de boodschap van Reliëf over menslievende zorg nog urgenter geworden. Met de aanstelling van Eunice gaat Reliëf een nieuwe fase om samen met de leden en andere betrokkenen aan deze uitdaging vorm te geven.

Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u een mail sturen naar directiesecretariaat@relief.nl.
Mocht u een interview met Eunice van Zomeren willen plannen, dan graag contact leggen met onze communicatiemedewerker Peter de Vries (pdevries@relief.nl).

Met vriendelijke groet,
Henk Prins, voorzitter

De bezielde professional van de toekomst

Eenieder voelt aan dat de bezieling van zorgprofessionals een belangrijke voorwaarde is voor goede zorg. Zonder deze bezieling verliezen we het hart van de zorg. Maar wat die bezieling precies is en hoe je die kunt bevorderen, lijkt me veel minder helder. Bezieling wordt vaak gezien als iets persoonlijks, waar je zelf voor moet zorgen en wat je kunt verliezen. Maar ook een zorgorganisatie heeft hierin iets te doen, zeker in tijden waarin door de transitie in de zorg bezieling onder druk staat.

Bezieling

Het woord bezieling heeft een brede betekenis. Bezieling kan worden gezien als motivatie, inspiratie, begeestering of zelfs als ‘aangeblazen zijn’. Motivatie is eerder iets individueels, een beweging uit jezelf, terwijl in begeestering en aangeblazen zijn iets doorklinkt van doorgeven. Je geeft door wat je aangereikt krijgt, al dan niet door het Hogere. Vanuit het perspectief van menslievende zorg, dat zijn oorsprong vindt in de zorgethiek en het christelijk gedachtegoed, typeer ik bezieling als de relatie tussen de (persoonlijke) bron van inspiratie en (persoonlijk) handelen. Bezieling is dan het verbinden van dat wat iemand beweegt – waar iemand in gelooft, warm voor loopt en het koud van krijgt – verbonden met het professioneel handelingskader in de zorgpraktijk. In deze betekenis is het dus zo dat wanneer mensen hun bezieling verliezen, zij geen ongeïnspireerde wezens zijn geworden, maar dat het hun niet meer lukt deze inspiratie te verbinden met hun werk.

Bezieling in de zorgpraktijk

Hoe belangrijk de verbinding met de bron van bezieling is, wordt duidelijk als we ons realiseren dat zorg in veel situaties van professionals vraagt dat zij het uithouden bij lijden, nabij blijven bij achteruitgang en hoop en steun blijven bieden in vaak onoplosbare situaties. Op bedankjes, successen en wilskracht alleen houd je het werk niet lang vol. Bezieling is niet iets wat een professional wel of niet heeft. Als bezieling de relatie tussen de (persoonlijke) bron en het werk betreft, is helder hoe wezenlijk de invloed van de organisatie daarop is. Interventies die alleen bijdragen aan de persoonlijke kant van bezieling van de professional voegen niet veel toe aan bezieling in die breedste zin van het woord. De verbinding naar het werk moet óók worden gelegd. Persoonlijke yogaretraites, massagestoelen en mindfulnesstrainingen zijn waardevol vanuit het perspectief van ‘zorg voor zorg’, maar helpen niet om die verbinding van persoonlijke inspiratie met de complexiteit en weerbarstigheid van de zorgpraktijk te blijven behouden.

Bezieling in de toekomst

Dit is des te belangrijker nu in het Integraal Zorgakkoord duidelijk wordt dat er in de zorg een grote transitie op handen is. Van zorgprofessionals wordt gevraagd om beter te kijken naar wat zij wel en niet meer binnen de uren die vergoed worden kunnen doen en waarin ze taken meer kunnen overlaten aan familie en naasten. Op papier is dat goed denkbaar, maar in de praktijk zal dat niet eenvoudig zijn. Om deze transitie te realiseren zijn er twee wegen. De snelste en de minst kostbare route lijkt die van de instructie: professionals uitleggen waarvoor ze niet meer verantwoordelijk zijn en hun vaardigheden aanleren verantwoordelijkheden over te dragen aan familie of naasten (als die er zijn). Deze weg lijkt verleidelijk en met behulp van normen, regels en richtlijnen te realiseren.

Maar wat zal het effect zijn, wanneer professionals zo wordt gevraagd een (nog groter) deel van wat hun inspiratie hen ingeeft, te laten liggen? Als zij slechts uitvoerder worden van normen en regels en richtlijnen? Blijven ze dan verbonden met hun persoonlijke inspiratie waarom ze wilden werken in de zorg? Het gevaar dreigt dat zorgprofessionals worden ingezet als instrumenten voor de taken waarvoor geld geïndiceerd is. De kans bestaat dat dan de bezieling verloren gaat.

Toch gaat de transitie van de zorg dóór. Hoewel het verleden heeft uitgewezen dat we grote veranderingen aankunnen – kijk naar de zorgkloof in 2015 in de ouderenzorg bij de transitie van de AWBZ naar de WLZ, waarbij we nu zien dat er op veel plekken nog steeds bezielde zorgprofessionals werken-  dienen we op onze hoede zijn. Hoe bezieling vasthouden in deze veranderende tijden?

Reflectie

Mijn voorstel voor de andere route is om ruimte te maken voor reflectie als een van de belangrijkste voorwaarden voor het maken van een bezielde transitie van de huidige zorg naar minder inzet van professionele zorg. Wanneer professionals meer gaan samenwerken met familie en meer taken en verantwoordelijkheden moeten loslaten, hebben zij hiervoor ruimte nodig. Ruimte om te experimenteren en op het resultaat te kunnen reflecteren. In die reflectie zou het goed zijn stil te staan bij wat het doet met je bezieling wanneer je je werk anders moet vormgeven. En te reflecteren op wat je zou kunnen doen om dat wat voor jou wezenlijk is voor de kwaliteit van zorg ánders vorm te kunnen geven.

Regelruimte

Daarmee vraagt dit proces dus juist niet om normen en regels, maar om regelruimte om te mogen experimenteren. Ruimte en tijd om dingen uit te proberen, te ontdekken en uitzonderingen te maken voor situaties waarin het nog niet lukt een stapje terug te doen. Regelruimte betekent ook dat professionals specialist kunnen zijn op hun eigen vakgebied. De uitkomsten van deze transitie zijn in de praktijk nog niet in te kleuren, maar zullen gaandeweg duidelijk worden.

Invloed

Ten slotte blijft het noodzakelijk dat de professional invloed kan uitoefenen op het resultaat van zijn werk. Dat betekent niet alleen dat een team ruimte heeft om te experimenten, maar ook dat er overlegstructuren zijn waarin individuele professionals invloed kunnen uitoefenen. Dat heeft  consequenties voor bijvoorbeeld de hoeveelheid patiënten die een professional gezamenlijk met anderen onder zijn hoede heeft en de teamgrootte. Bovendien is belangrijk oog te hebben voor de kwaliteit van de teamoverleggen en de mate waarin het mogelijk is daar een inhoudelijke dialoog over kwaliteit te hebben.

De bezielde professional van de toekomst is iemand in de organisatie die in kwetsbaarheid laat zien hoe de persoonlijke inspiratie is te verbinden met het werk, niet alleen in woorden, maar juist ook in daden. Zorgorganisaties zouden er goed aan doen op deze wijze voorwaarden te scheppen om bezieling in de zorg vast te houden en te bevorderen.

Bezieling; aandacht en samenwerken

Tijdens het afgelopen Reliëf jaarcongres was eerstehulparts Gor Khatchikyan één van de sprekers. In zijn lezing sprak hij over verschillende aspecten van bezieling, in zijn werk op de vaak hectische eerstehulpafdeling in het ziekenhuis. Met aansprekende voorbeelden vertelde hij, hoe af en toe net wat meer doen dan je functieomschrijving van je vraagt èn daarin samenwerken als zorgprofessionals, zorgt voor energie en bezieling in het hele zorgteam. Zo vertelde hij, met veel humor, hoe hij na een lang innerlijk beraad en met hulp van verpleegkundigen, uiteindelijk een patiënt met eigen vervoer thuis had gebracht. Ik denk dat met elkaar iets kunnen betekenen voor een medemens, misschien wel voor elk mens belangrijke elementen zijn voor bezieling. Want wie wordt daar nou niet blij van?

Aandacht

Zo kreeg ik laats een berichtje van mijn oudste dochter die als stewardess werkt. Ze schreef enthousiast dat ze zo’n fijne vlucht had gehad met zulke leuke collega’s. En hoe ze een passagier die onderweg een verdrietig bericht kreeg hadden bijgestaan. “Ze heeft ons wel honderd keer bedankt”, schreef mijn dochter. Bijzonder toch, welk werk we ook doen, er zijn zo veel gelegenheden waarin we, door net even wat meer aandacht te schenken, veel kunnen betekenen voor een ander.

Teamwork

En wat teamwork betreft, ook het Reliëf jaarcongres is daar een mooi voorbeeld van. Het is voor ons team één van de hoogtepunten in het jaar. Een dag die we gezamenlijk voorbereiden en vormgeven. We zijn dan ook blij met de vele enthousiaste reacties die we hebben mogen ontvangen. Dank daarvoor en graag tot ziens op ons volgende jaarcongres, vrijdag 8 maart 2024 in Nijkerk. Deze datum mag u opschrijven in de agenda!

 

 

 

Jaarcongres 2023 – Deelsessies

Tijdens het Jaarcongres zijn er diverse deelsessies waaruit onze deelnemers aan het Jaarcongres kunnen kiezen. Grofweg zijn de deelsessies in te delen in blauwe en rode deelsessies. De blauwe deelsessie zijn te herkennen aan een donkerblauwe titel en gaan vooral over de bezieling in de context van de organisatie. De rode deelsessies hebben een rode titel en gaan vooral over bezieling in de persoonlijke context.

Hieronder tref je een overzicht welke deelsessies er zoal zijn en wat je ongeveer kunt verwachten in de deelsessies. Er zijn twee rondes van deelsessies die beide een uur per ronde duren. De eerste ronde is van 11.45 tot 12.45 uur en de tweede ronde is van 13.45 tot 14.45 uur.

Achter de beschrijving van de deelsessies vind je tussen haakjes de cijfers 1 en 2 of beide cijfers. Het cijfer geeft aan in welke deelsessieronde de deelsessie plaatsvindt. (1/2) betekent dus dat de deelsessie in beide deelsessierondes zal worden gehouden.

Koester je parels – Eunice van Zomeren (NeboPlus)

Bij Neboplus zijn we vanuit systemisch perspectief terug gegaan naar onze bron – de kerk – en hebben samen gekeken naar welke betekenis die oorsprong heeft in het heden. Veel medewerkers in de zorg werken vanuit het verlangen om een “Barmhartige Samaritaan” te zijn voor de oudere van nu. Kan dat nog? Wat vraagt dat van hen? Wat vraagt dat van ons, als organisatie? Hoe regelen we dat? Neboplus heeft daarin een weg gevonden en deelt graag haar ervaringen en resultaten.

Bij ons geen openstaande vacatures of uitzendkrachten, een laag verzuim en een grote tevredenheid van cliënten, familie en medewerkers. Toeval? Wij koesteren onze parels! (1/2)

Het roer moet om! – Jan Engbers (Amstelring) en Paulien Matze (Laurens)

In deze deelsessie willen we aan de hand van een inventarisatie van geestelijke verzorgers van verschillende zorgorganisaties over de uitdagingen en veranderingen in onze verpleeghuizen het gesprek aan. Hoe blijven we geïnspireerd en met plezier werken? We vinden het fijn om van jóu te horen wat je hiervan herkent in jouw werkcontext en hoe het roer bij jou aan het omgaan is.
Tot slot willen we aan de hand van stellingen kijken waar kansen en zichtlijnen voor de toekomst liggen, met name op strategisch vlak. Zo hopen we bezieling en ideeën bij elkaar op te doen, enne… er mag ook gelachen worden! (1)

De bezielde professional van de toekomst – Doorpraten met… Marije Stegenga (Reliëf)

Het is belangrijk om na te denken over de voorwaarde voor bezieling, omdat zorg -echte goede zorg- niet kan bestaan zonder bezieling. Iedereen die weleens een ervaring heeft gehad in het ziekenhuis of heeft ervaren dat een dierbare naaste afhankelijk wordt van zorg kan heel eenvoudig vertellen of hij of zij te maken had met een bezielde zorgprofessional of niet.
Over de voorwaarde van die bezieling voor organisaties en professionals spreekt Marije eerst op het hoofdpodium. In deze workshop de kans om met haar door te praten en gedachten uit te wisselen. (1)


De kracht van verbeelding – Theatergroep ResonanZie

ResonanZie staat eerst op het hoofdpodium met Terugspeeltheater, daar zullen tijdens deze workshop twee ResonanZie-leden jou mee in de basisvaardigheden van dit Terugspeeltheater. Hoe luisteren wij naar een verhaal? Hoe spelen wij deze terug met spel en muziek. Wat gebruiken we daarbij en hoe laten we onze bezieling zien en horen. Een workshop voor geïnteresseerden met affiniteit voor spel en muziek. Voor congresdeelnemers die zelf ook zin hebben om te ervaren wat bezieling laten zien concreet kan betekenen. Een workshop waar verbinding en plezier centraal staan. Je bent van harte welkom! (1)

Kracht van compassie: leiderschap, bezieling en zingeving – Frans Croonen (Compassie in de zorg)

Compassie is het hart van de zorg: compassie voor de ander én compassie voor jezelf. Juist dat hart staat tegenwoordig onder druk. Werken mét en vanuit compassie biedt een tegenwicht en geeft bezieling op de werkvloer een duurzame plek. Iedereen die in de zorg werkt kan het ervaren, niet alleen de zorgprofessionals maar ook jij leidinggevende of bestuurder. In deze deelsessie van Frans Croonen reflecteer je vanuit compassie op jouw leiderschap en leer je op vier vlakken aan bezieling gestalte te geven. Frans is geestelijk begeleider, trainer en coach. (1/2)


Bezieling in beeld in het ziekenhuis – Gert Toes (Dijklander Ziekenhuis)

“Zin in je werk”, dat kun je op 2 manieren lezen: je hebt zin om aan het werk te gaan, maar ook: wat voor zin zie jij of leg jij in je werk? Werken in de zorg vraagt veel van ons. En wanneer je veel ‘gegeven’ hebt, is het belangrijk dat we onszelf realiseren dat je ook weer nieuwe motivatie nodig hebt. Het is heel normaal dat ieder dat uit verschillende dingen haalt. Het is helaas niet zo normaal (daar is de tijd vaak niet voor) dat je met elkaar praat over waar jij die motivatie vandaan haalt. Waar doe je het voor, wat drijft je, wat is voor jou de bron van waaruit jij zorg verleent aan een ander? Maar praten over wat je drijft is iets wat je met elkaar moet opbouwen. In het Dijklander Ziekenhuis zijn we daar op verschillende fronten mee bezig. Iets daarvan willen we jou in deze deelsessie laten zien en beleven. (1/2)

Betekenis in balans – André Drost (Drost Consult & Begeleiding)

Hoe is de balans tussen wat je in je werk doet en waarin je van betekenis bent? In deze deelsessie doorloop je in tweetallen je eigen betekeniskwadrant. Je neemt het werk dat je doet als uitgangspunt. Dat kan dus heel verschillend zijn. Elk tweetal krijgt 4 vloerankers en een paar hulpvragen. Er is een verteller en er is een vrager.
Uitgangspunt zijn vier vragen: Wat kan ik, wat doe ik, wat wil ik, wat beteken ik? Al pratend beweegt de verteller zich door de 4 hoeken met uitgangsvragen. Dat maakt beter voelbaar en zichtbaar wat er in je werk gebeurt. De vrager stelt alleen open vragen, niet suggestief. Halverwege de tijd wisselen verteller en vrager van rol. Je rondt het gesprek af met de vraag naar de concrete vervolgstap. Je kunt natuurlijk thuis verder doordenken over het betekeniskwadrant en anderen uitnodigen om op je in te vragen. (1)

Wat bezielt me? Workshop creatief schrijven – Iepie Kroese (Reliëf)

In deze workshop maak je kennis met creatief schrijven. Deze manier van schrijven leent zich uitstekend voor momenten van bezinning en reflectie. Met behulp van eenvoudige, creatieve schrijfoefeningen verken je wat jou raakt en inspireert. Laat je verassen door wat er uit je pen vloeit. Schrijftalent is niet nodig. Iedereen die nieuwsgierig is naar deze manier van schrijven is van harte welkom! (1/2)

Het organiseren van werkgeluk – Florentine Geluk (Finivita)

Het concept ‘werkgeluk’ spreekt veel organisaties aan dit thema is dikwijls onderdeel van personeelsbeleid. Maar waar hebben we het dan over? Wat verstaan we onder de begrippen ‘geluk’ en ‘werkgeluk’? En hoe beschouw je dit thema zelf, vanuit jouw functie als bestuurder, manager of zorgprofessional, in relatie tot de visie van je organisatie? Een zeer relevant thema, want het ervaren van werkdruk en werkgeluk hangt samen met reflectie op wat zorgprofessionals meemaken in de zorg, om zo morele stress te voorkomen.

Deze deelsessie geeft zicht op de concepten die er zijn van ‘geluk’ en ‘werkgeluk’ en welke bouwstenen er zijn om actief met werkgeluk in de organisatie aan de slag te gaan. (2)

Bezieling in beeld – Fem Pluimers (Reliëf)

Er bestaat een taal die iedereen begrijpt. Dat is de taal van de geestdrift, dingen die je doet met hart en ziel, op zoek naar iets wat je wilt of waar je in gelooft. (Paolo Coelho)
In deze workshop ga je heel letterlijk op zoek naar een beeld wat iets laat zien van jouw persoonlijke bezieling. Wanneer doe jij iets met je hart en jouw ziel? Een deelsessie over de persoonlijke bezieling waarbij je snel de diepte in gaat en deelt over jouw persoonlijke bezieling met de anderen. (2)

Moreel Beraad als instrument voor bezieling – Trijntje Scheeres (Reliëf)

Het Moreel Beraad is een beproefd concept, het leert je kritisch een moreel dilemma onderzoeken, met elkaar zorgvuldig afwegingen maken, verantwoord besluiten nemen, posities en standpunten onderzoeken en helder maken. Het Moreel Beraad is ook in te zetten wanneer de bezieling in jouw organisatie onder druk staat, we bespreken deze casus tijdens de workshop en je krijgt handvatten aangereikt om met moreel beraad de bezieling in jouw organisatie op de kaart te zetten. (2)

Vooruit praten met… Gor Khatchikyan (Spoedeisende Hulp Arts)

SEH arts Gor komt verschillende mensen tegen in zijn werk op de spoedeisende hulp. Hij zegt daar onder meer over: ‘Wij hebben de rol van patiënt en dokter. Maar als er bezieling bij komt is de relatie van hart tot hart. Dan worden die rollen ondergeschikt. Je ontmoet elkaar van mens tot mens. En dat werkt dóór! Er groeit vertrouwen waardoor de behandeling effectiever is.’ Ontmoet Gor persoonlijk tijdens deze workshop en spreek hem over de werkvloer van de spoedeisende hulp en hoe daar de bezieling terug te vinden is. (2)

Samenwerken in vogelvlucht

De trainingen van Reliëf zijn weer volop gaande. Als trainer vind ik het telkens weer genieten om met een nieuwe groep deelnemers te starten. Zij kennen elkaar meestal nog niet, maar vaak blijkt dat je na een korte tijd al prachtige gesprekken hebt.

Dieren en communiceren

Onlangs was de tweede dag van ‘de vaardige geestelijk verzorger‘. We startten met een ‘nadere kennismaking’. Ieder moest een dier kiezen waarmee hij/zij het meest zichzelf vereenzelvigt of herkent. Je kon kiezen uit een havik, uil, leeuw, bever pauw, wasbeer, poes, kameel, schildpad of steenbok. Diversiteit genoeg in de groep! De bevers, leeuwen, poezen etc. werden bij elkaar gezet. In tweetallen werd uitgewisseld waarin je lijkt op het gekozen dier. Want de ene poes is de andere niet 😊. Kwaliteiten werden uitgewisseld en ook de minder mooie kanten van elk dier kwamen aan de orde. Want er zitten roofdieren tussen en een pauw kan flink geluid maken, de bever kan destructief zijn etc. Een laagdrempelige en vrolijke manier om meer van elkaar te leren kennen. Die dieren verwijzen bovendien naar een theorie over communicatie, waarin je telkens positie kunt kiezen. Een variatie op de bekendere Roos van Leary (meer informatie). Het werd een leerzame dag over communicatie in de zorgorganisatie en welke positie je daarin inneemt. Over leiding nemen en volgen, over overzicht houden en samenwerken.

Als ik een metafoor voor zorgteams zou mogen aanreiken, zou ik hen willen wijzen op kwaliteiten van ganzen die samen optrekken. Ik heb er niet heel veel verstand van, maar wat ik wel weet is dat elk jaar ganzen in een V-formatie naar het Zuiden vliegen. Daar zijn mooie parellellen te trekken met teams die met elkaar samenwerken en van de eigenschappen van met elkaar vliegende ganzen iets te leren.

In formatie

Zo heeft men vastgesteld dat wanneer een gans zijn vleugels beweegt, er een opwaartse druk ontstaat voor de gans erachter. Door in een V-formatie te vliegen neemt het vliegbereik met minstens 70% toe. Aardig beeld voor collega’s: mensen die dezelfde kant opgaan kunnen sneller en gemakkelijker hun doel bereiken omdat zij reizen in vertrouwen op elkaar. Wat de een doet, heeft effect op de ander.

Wanneer een gans de formatie verlaat om alleen te gaan, ervaart hij de toegenomen luchtweerstand en sluit zich daarom meestal snel weer aan om te profiteren van de opwaartse kracht van de gans vóór hem. Dus, wie even slim is als een gans, gaat niet iets in zijn of haar eentje ondernemen. Je blijft in de formatie met degenen die dezelfde kant opgaan. Alleen houd je het niet zolang vol.

Wanneer de leidende gans moe wordt, gaat hij terug naar de vleugel en een andere gans neemt de leiding over. Het is blijkbaar lonend om de beurt het voortouw te nemen. Ganzen snateren vanaf de achterste rij om de voorop vliegende ganzen aan te moedigen de vaart erin te houden. Maakt dat niet duidelijk dat een bemoedigend woord veel goed doet en ervoor zorgt dat je het lang kunt volhouden?

Een team vormen

Tenslotte: wanneer een gans ziek wordt of gewond raakt door een geweerschot en uitvalt, gaan twee ganzen uit de formatie met hem mee naar beneden om hem te beschermen. Zij blijven bij hem totdat hij weer in staat is om te vliegen, of sterft. Daarna starten zij zelf – of met een andere formatie – om de grote groep in te halen. Een beeld om bij elkaar te blijven als het moeilijk wordt.

Interessant is de dreigende houding die ganzen aan kunnen nemen als ze gaan blazen en luid gakken en hun vleugels spreiden. Ze doen dat vooral om hun jongen te beschermen tegen dreigend gevaar. Dat doen ze alleen als je echt te dichtbij komt. Is dat de reactie van teams als er maatregelen worden genomen die niet goed voor ‘hun’ cliënten zijn? Herrie maken en van zich afslaan? Een signaal om goed te luisteren wat er dan gesnaterd wordt!

Het zijn zo maar wat associaties en gedachten over dieren die ‘precies zo zijn als mensen’ (volgens de aloude Fabeltjeskrant) en waar we van kunnen leren. Zeker ook over samenwerken.

In ‘vogelvlucht’ als het ware.