Eenieder voelt aan dat de bezieling van zorgprofessionals een belangrijke voorwaarde is voor goede zorg. Zonder deze bezieling verliezen we het hart van de zorg. Maar wat die bezieling precies is en hoe je die kunt bevorderen, lijkt me veel minder helder. Bezieling wordt vaak gezien als iets persoonlijks, waar je zelf voor moet zorgen en wat je kunt verliezen. Maar ook een zorgorganisatie heeft hierin iets te doen, zeker in tijden waarin door de transitie in de zorg bezieling onder druk staat.
Bezieling
Het woord bezieling heeft een brede betekenis. Bezieling kan worden gezien als motivatie, inspiratie, begeestering of zelfs als ‘aangeblazen zijn’. Motivatie is eerder iets individueels, een beweging uit jezelf, terwijl in begeestering en aangeblazen zijn iets doorklinkt van doorgeven. Je geeft door wat je aangereikt krijgt, al dan niet door het Hogere. Vanuit het perspectief van menslievende zorg, dat zijn oorsprong vindt in de zorgethiek en het christelijk gedachtegoed, typeer ik bezieling als de relatie tussen de (persoonlijke) bron van inspiratie en (persoonlijk) handelen. Bezieling is dan het verbinden van dat wat iemand beweegt – waar iemand in gelooft, warm voor loopt en het koud van krijgt – verbonden met het professioneel handelingskader in de zorgpraktijk. In deze betekenis is het dus zo dat wanneer mensen hun bezieling verliezen, zij geen ongeïnspireerde wezens zijn geworden, maar dat het hun niet meer lukt deze inspiratie te verbinden met hun werk.
Bezieling in de zorgpraktijk
Hoe belangrijk de verbinding met de bron van bezieling is, wordt duidelijk als we ons realiseren dat zorg in veel situaties van professionals vraagt dat zij het uithouden bij lijden, nabij blijven bij achteruitgang en hoop en steun blijven bieden in vaak onoplosbare situaties. Op bedankjes, successen en wilskracht alleen houd je het werk niet lang vol. Bezieling is niet iets wat een professional wel of niet heeft. Als bezieling de relatie tussen de (persoonlijke) bron en het werk betreft, is helder hoe wezenlijk de invloed van de organisatie daarop is. Interventies die alleen bijdragen aan de persoonlijke kant van bezieling van de professional voegen niet veel toe aan bezieling in die breedste zin van het woord. De verbinding naar het werk moet óók worden gelegd. Persoonlijke yogaretraites, massagestoelen en mindfulnesstrainingen zijn waardevol vanuit het perspectief van ‘zorg voor zorg’, maar helpen niet om die verbinding van persoonlijke inspiratie met de complexiteit en weerbarstigheid van de zorgpraktijk te blijven behouden.
Bezieling in de toekomst
Dit is des te belangrijker nu in het Integraal Zorgakkoord duidelijk wordt dat er in de zorg een grote transitie op handen is. Van zorgprofessionals wordt gevraagd om beter te kijken naar wat zij wel en niet meer binnen de uren die vergoed worden kunnen doen en waarin ze taken meer kunnen overlaten aan familie en naasten. Op papier is dat goed denkbaar, maar in de praktijk zal dat niet eenvoudig zijn. Om deze transitie te realiseren zijn er twee wegen. De snelste en de minst kostbare route lijkt die van de instructie: professionals uitleggen waarvoor ze niet meer verantwoordelijk zijn en hun vaardigheden aanleren verantwoordelijkheden over te dragen aan familie of naasten (als die er zijn). Deze weg lijkt verleidelijk en met behulp van normen, regels en richtlijnen te realiseren.
Maar wat zal het effect zijn, wanneer professionals zo wordt gevraagd een (nog groter) deel van wat hun inspiratie hen ingeeft, te laten liggen? Als zij slechts uitvoerder worden van normen en regels en richtlijnen? Blijven ze dan verbonden met hun persoonlijke inspiratie waarom ze wilden werken in de zorg? Het gevaar dreigt dat zorgprofessionals worden ingezet als instrumenten voor de taken waarvoor geld geïndiceerd is. De kans bestaat dat dan de bezieling verloren gaat.
Toch gaat de transitie van de zorg dóór. Hoewel het verleden heeft uitgewezen dat we grote veranderingen aankunnen – kijk naar de zorgkloof in 2015 in de ouderenzorg bij de transitie van de AWBZ naar de WLZ, waarbij we nu zien dat er op veel plekken nog steeds bezielde zorgprofessionals werken- dienen we op onze hoede zijn. Hoe bezieling vasthouden in deze veranderende tijden?
Reflectie
Mijn voorstel voor de andere route is om ruimte te maken voor reflectie als een van de belangrijkste voorwaarden voor het maken van een bezielde transitie van de huidige zorg naar minder inzet van professionele zorg. Wanneer professionals meer gaan samenwerken met familie en meer taken en verantwoordelijkheden moeten loslaten, hebben zij hiervoor ruimte nodig. Ruimte om te experimenteren en op het resultaat te kunnen reflecteren. In die reflectie zou het goed zijn stil te staan bij wat het doet met je bezieling wanneer je je werk anders moet vormgeven. En te reflecteren op wat je zou kunnen doen om dat wat voor jou wezenlijk is voor de kwaliteit van zorg ánders vorm te kunnen geven.
Regelruimte
Daarmee vraagt dit proces dus juist niet om normen en regels, maar om regelruimte om te mogen experimenteren. Ruimte en tijd om dingen uit te proberen, te ontdekken en uitzonderingen te maken voor situaties waarin het nog niet lukt een stapje terug te doen. Regelruimte betekent ook dat professionals specialist kunnen zijn op hun eigen vakgebied. De uitkomsten van deze transitie zijn in de praktijk nog niet in te kleuren, maar zullen gaandeweg duidelijk worden.
Invloed
Ten slotte blijft het noodzakelijk dat de professional invloed kan uitoefenen op het resultaat van zijn werk. Dat betekent niet alleen dat een team ruimte heeft om te experimenten, maar ook dat er overlegstructuren zijn waarin individuele professionals invloed kunnen uitoefenen. Dat heeft consequenties voor bijvoorbeeld de hoeveelheid patiënten die een professional gezamenlijk met anderen onder zijn hoede heeft en de teamgrootte. Bovendien is belangrijk oog te hebben voor de kwaliteit van de teamoverleggen en de mate waarin het mogelijk is daar een inhoudelijke dialoog over kwaliteit te hebben.
De bezielde professional van de toekomst is iemand in de organisatie die in kwetsbaarheid laat zien hoe de persoonlijke inspiratie is te verbinden met het werk, niet alleen in woorden, maar juist ook in daden. Zorgorganisaties zouden er goed aan doen op deze wijze voorwaarden te scheppen om bezieling in de zorg vast te houden en te bevorderen.