Vanmiddag houden we eigenlijk een mini moreel beraad bedenk ik me, wanneer ik me voorbereid op het gesprek met mijn vader later die dag over het inschakelen van thuiszorg.
Binnenkort start hij met een behandeling tegen huidkanker waarvoor een nogal agressieve zalf moet worden aangebracht. Eerder hadden we afgesproken dat daar een verpleegkundige van de thuiszorg voor zou langskomen. Door de dementie was hij die afspraak glad vergeten en is nu vastbesloten de zalf zelf aan te brengen. Wanneer ik hem in een telefoongesprek herinner aan de gemaakte afspraak zegt hij, hoorbaar ontstemd, “daar ben ik dus helemaal niet blij mee”.
Hij ziet er als een berg tegenop op om twee dagen in de week ‘s ochtends en ‘s avonds iemand over de vloer te krijgen. Voor zijn gevoel is hij zijn vrijheid dan kwijt en bovendien is het in zijn hoofd allemaal een veel te drukke bedoening. Maar als hij de zalf zelf aanbrengt is het de vraag of hij dat op een veilige en juiste manier kan doen.

Wanneer ik bij hem ben bespreek ik dit alles zo rustig mogelijk, in de hoop hem te kunnen overtuigen van de noodzaak van thuiszorg. Maar wanneer ik zie hoe dit vooruitzicht hem van streek maakt besef ik nog beter hoe belangrijk rust en vrijheid voor hem zijn. Net als bij een moreel beraad zijn ook bij deze kwestie verschillende waarden die schijnbaar tegen over elkaar staan. Aan de ene kant mijn zorg over de gezondheid en veiligheid van mijn vader en aan de andere kant zijn behoefte aan vrijheid en rust.

Hij kalmeert zichtbaar wanneer ik deze bespiegeling in gewone taal onder woorden breng. Daarna stemt hij gelukkig in met mijn voorstel om samen de thuiszorg te bellen voor advies.
We treffen een vriendelijke en begripvolle medewerkster. Ze luistert aandachtig, stelt vragen en komt dan met een mooi voorstel: “Hoe zou het zijn wanneer er wel twee keer een verpleegkundige komt maar dan alleen ‘s ochtends. U kunt dan ‘s avonds, met instructies, zelf de zalf aanbrengen. De dagen en tijdstippen kunnen we in overleg met u inplannen.”
Mijn vader steekt zijn duim naar me op. Als we het telefoongesprek hebben afgerond geef ik hem een knuffel. Dit hebben we samen maar mooi gefikst; met hulp van de thuiszorg èn een snufje moreel beraad.