Onlangs was de kick off van ‘Het levensverhaal centraal’, een project dat zorgprofessionals bij zorginstellingen in Ommen, Kampen en Zwolle uitnodigt om betekenisvollere zorg te geven op basis van het levensverhaal van bewoners met dementie.

‘Het gaat vaak om het begrijpen van gedrag dat zich in eerste instantie niet makkelijk laat verklaren’, legt lector André Mulder van het lectoraat Theologie en Levensbeschouwing van Windesheim uit. ‘Een bewoner met dementie kan bijvoorbeeld in zijn leven een heel ander dag- en nachtritme hebben gehad. In de zorginstelling is hij vervolgens gedwongen om een heel ander ritme te volgen, bijvoorbeeld zeven uur op, half negen ontbijt en om tien uur aan de koffie, enz. Als je gewend bent om ’s nachts te leven is het niet fijn om vroeg in de ochtend te worden gewekt voor een sneetje brood. Een verzorgende die hier oog voor heeft kan die wetenschap betekenis geven door hem of haar niet meer zo vroeg lastig te vallen. Kennis van het levensverhaal kan dus concreet bijdragen aan het welzijn van oudere bewoners die door hun ziekte hun wensen niet of niet meer goed kunnen verwoorden. Als verzorgende heb je soms de vraag ‘Als ik dat zou weten van die persoon dan zou ik hem of haar beter kunnen begeleiden. Waarom is hij zo angstig onder de douche. Waarom is zij telkens zo narrig om een uur of vier ’s middags?’

Zandverstuiving

Verzorgenden onderzoeken tijdens het project hoe ze via de levensverhalen zorg kunnen bieden die beter aansluit bij de bewoners. Deelnemers formuleren leervragen waar ze mee aan de slag gaan. ‘Wij stimuleren respectvolle nieuwsgierigheid’, vertelt Mulder. ‘Het is natuurlijk niet gepast om zo maar een eind weg te vragen. Het gaat om functionele nieuwsgierigheid die kennis over iemand oplevert waarmee je als verzorgende iets kunt doen. Een mooi voorbeeld? Er was een vrouw die op gezette tijden sprak over een zandverstuiving, terwijl ze onrustig door haar kamer heen en weer liep. Navraag bij de familie leerde dat de vrouw voor haar ziekte regelmatig naar een zandverstuiving ging als plek om na te denken en om gebeurtenissen te overpeinzen. Met die kennis ging een verzorgende iets zinvols doen door haar als het ware mee te nemen naar de zandverstuiving. Het aandoen van de jas en een wandeling maken op de gang of in de tuin gaf haar het gevoel dat ze naar de zandverstuiving was geweest. Ze werd weer rustig. Zo voorzie je als verzorgende in een emotionele behoefte en draag je bij aan het vergroten van haar welzijn. Een klein gebaar kan op die manier een hoop onrust wegnemen. Het is dus belangrijk om hele specifieke elementen uit het levensverhaal op te diepen die je in staat stellen om betere zorg te bieden.’

De voortgang van het project

Het project ‘Het levensverhaal centraal’ bestaat onder meer uit het inrichten van professionele leergroepen door het lectoraat Theologie en Levensbeschouwing van Windesheim in samenwerking met Reliëf. Op dit moment zijn verzorgenden en andere zorgprofessionals in drie zorginstellingen, ’t Vlierhuis in Ommen, IJsselheem in Kampen en Driezorg in Zwolle, hiermee aan de slag gegaan. Vijf opleidingen verpleegkunde monitoren dit project om de kennis en het perspectief van dit project om te zetten in onderwijsmodules in hun mbo of hbo-V opleiding.

André Mulder vindt het belangrijk dat aandacht voor het levensverhaal van bewoners structureel wordt ingezet bij de zorg voor ouderen met dementie. ‘Er is geld beschikbaar in de vorm van subsidie maar ook de instellingen zelf financieren dit project. Dat geeft wel aan hoe belangrijk zij het vinden. Samen met onze partner Reliëf zoeken we naar manieren hoe we relevante fragmenten van de levensverhalen kunnen vastleggen zodat ze voor alle betrokkenen beschikbaar zijn zonder de privacyregels te schenden. Verder willen we  managers en bestuurders betrekken bij het implementeren van deze aanpak in de zorgstructuur en het zorgproces zodat het blijvend wordt geëvalueerd. We leven in een tijd waarin een tendens zichtbaar is naar persoonsgerichtere zorg en dat roept automatisch de vraag op wat dat dan eigenlijk is en hoe je dat borgt, in het werkveld en in de opleidingen. Die vraag hopen we deels vanuit dit project te beantwoorden.’