Column over dienend leiderschap
Door Peter van Wijk, Bestuurder bij Profila Zorggroep en Reliëf

Nee, schrik maar niet, deze blog is geen pleidooi voor een revival van de seventies en ik heb ook niet m’n oude lp-collectie van stal gehaald omdat ik binnenkort vijftig dreig te worden. Waarom dan een blog over leiderschap beginnen met ‘liefde op de werkvloer’? Nou gewoon, omdat hoogleraar Dirk van Dierendonck uit Rotterdam (je weet wel, die stad van niet lullen maar poetsen) in een recente publicatie stelt dat ‘compassionate love’ één van de zes basiskenmerken is van servant-leadership. Liefde als basiskenmerk voor leiderschap? En daarmee gaan we het verschil maken? Veel softer gaat het niet worden, is de eerste gedachte.

Liefde, basiskenmerk van leiderschap

Toch blijkt er voor deze stelling steun te zijn uit onverwachte hoek. Bijvoorbeeld van Kees Ahaus, hoogleraar kwaliteitsmanagement aan het UMCG en niet bepaald een softie. “Het geheim van kwaliteit is ordinary love”, zo stelt hij in het vakblad Sigma van februari 2015 (je weet wel, van LEAN en zo). Nou, dan hebben de ISO adepten van deze wereld nog wel een weggetje te gaan!

TNT Express topman Tex Gunning zegt in één van zijn presentaties: “To grow your people you have to know your people. To know your people you have love your people. To love your people you have to love yourself.” Het is toch wel intrigerend dat mensen die afkomstig zijn uit de ‘harde’ wereld van processen, structuren en marges, zó de nadruk leggen op liefde als basiskenmerk van leiderschap. Nog interessanter is het dat Gunning een verbinding legt tussen de ontwikkeling van medewerkers (‘grow your people’), van ze houden (‘love your people’) en van jezelf houden (‘love yourself’). De geestelijk vader van het begrip servant-leadership Robert Greenleaf stelt in zijn boekje De dienaar als leider dat leiderschap gaat om het dienstbaar zijn aan de ontwikkeling van de ander.

OK, dus om bij te dragen aan de groei van de ander moet je eerst van de ander houden? Als je er wat dieper over nadenkt, is er eigenlijk maar één antwoord mogelijk. Ja natuurlijk! Sterker nog, hoe kun je leiding geven aan mensen als je niet een beetje van ze houdt?

Gericht op de groei van de ander

Maar wat bedoelen we dan precies met ‘houden van’ of ‘compassionate love’? Het zal vast niet gaan over amoureuze escapades op de werkvloer, maar waarover dan wel? De Griekse filosofen kenden al het verschil tussen lichamelijke en geestelijke liefde en Euclides spreekt in dit verband over het vermogen er te zijn voor de ander. Benedictus noemt het gevende liefde die zich richt op het welbevinden van de ander. Freud stelt dat een mens twee drijfveren heeft, een creatiedrijfveer (eros) en een angstdrijfveer (thanatos). En hoewel de wetenschap complete zwarte gaten in het gedachtegoed van Freud geschoten heeft, blijkt het in de praktijk vaak te kloppen. Bas Blekkingh toont dat overtuigend aan in zijn praktijkboekje Authentiek Leiderschap. Het maakt echt uit of je vanuit angst leeft en werkt, of vanuit creatie. Angst maakt grote ego’s, creatie richt zich op verbinding.

Laten we het wat praktischer maken. Liefde is de drijfveer die maakt dat je je op de ander richt. Daarbij gaat het om vragen als: ben je oprecht geïnteresseerd in de ander? Niet primair in wat ‘ie doet (natuurlijk ook wel) maar allereerst in wie hij of zij is? Wil je een gelijkwaardige verbinding aangaan, kun je genieten van de ontwikkeling van de ander? Heb je compassie met de ander, ook als hij fouten maakt of je een poets bakt? Zomaar wat vragen, waar je lang op kunt kauwen. En zo nu en dan is het ook goed om dat te doen als leidinggevende.

Er is voldoende onderzoek dat aantoont dat mensen prettiger functioneren en betere resultaten boeken als je focust op hun groei. En ze groeien alleen als je van ze houdt, hebben we net gesteld. Maar je kunt het niet omkeren! Je kunt niet zeggen: ik ga de performance van m’n bedrijf verhogen, dus ga ik ff van m’n mensen houden. Dan wordt het een trucje, net zoals empathisch hummen een trucje wordt als je niet echt geïnteresseerd bent in degene met wie je praat.

Greenleaf beschrijft compassionate love als volgt: “Houd onvoorwaardelijk van anderen zoals je van jezelf houdt.” Volgens mij zit de sleutel in het woordje ‘onvoorwaardelijk’. Dat wil zeggen: volledige acceptatie zonder voorwaarden vooraf. Je richt je echt op de ontwikkeling van de ander en kunt daar oprecht van genieten. No strings attached, zoals de Engelsen zo mooi zeggen. Of in een metafoor: niet zozeer de aap op de rots zijn, maar veel meer de pijler van de brug. Dat kan alleen als je zelf in orde bent, goed in je vel zit, niet meer zo bezig bent met je eigen ego, als je jezelf volledig geaccepteerd hebt. Vandaar de toevoeging ‘zoals je van jezelf houdt’. Het geheim hierachter? Als de ander gaat groeien, groei jij ook!

Makkelijk gezegd, maar in de praktijk superlastig, hoor ik je denken. Zeker weten! Maar wel dringend nodig. Want wat heb je aan een bedrijf waar mensen niet meer groeien? Dat gaat ‘down the drain’. En hoeveel menselijk talent laten we onbenut doordat mensen niet goed in hun vel zitten? Veel te veel! Dus hoezo soft? Dacht het niet. Misschien lukt het niet altijd om vanuit ‘compassionate love’ met je mensen om te gaan. Maar alleen al het proberen is goud waard, in de meest letterlijke zin van het woord.

Tot slot nog even over m’n oude platenkast. Nou ja, zo oud is onderstaande tekst van U2 (Ordinary Love) nog niet. Maar wel heel toepasselijk!

“We can’t fall any further, if we can’t feel ordinary love
And we cannot reach any higher, if we can’t deal with ordinary love.”

Veel liefde op de werkvloer toegewenst!

Peter van Wijk
Bestuurder Reliëf