030 - 76 00 115 info@relief.nl

Nynke Joustra, (49 jaar, gehuwd, 4 kinderen, manager in een supermarkt en mantelzorger voor haar moeder) heeft al enige weken last van steken in de zij. Het is een bekende pijn voor haar. Om de zoveel tijd krijgt ze last van een blaasontsteking. En als die aanhoudt, krijgt ze deze steken. Urineonderzoek toont de blaasontsteking niet aan. Maar omdat dat bij een blaasontsteking vaker gebeurt, krijgt ze toch een antibioticakuur. Die slaat niet aan, sterker nog, de pijn wordt alsmaar erger. Nynke vertrouwt het niet en vraagt om een doorverwijzing naar het ziekenhuis. De internist laat een scan van de buik maken en de resultaten  zijn zorgwekkend: er wordt een tumor aangetroffen. Met spoed wordt een operatie gepland. Tijdens de operatie blijkt al snel dat de tumor zozeer is uitgezaaid dat verder opereren geen zin meer heeft. De operatiewond wordt direct weer gedicht. De behandelend arts moet Nynke vertellen dat ze niet meer beter kan worden en dat ze naar alle waarschijnlijkheid nog maar zeer kort te leven heeft.

Dit moet echt samen

Nadat Nynke met haar man van de eerst schok bekomen is, overwegen ze hoe ze dit aan haar vier kinderen (12-20 jaar) moeten gaan vertellen. Voor hen is er maar één optie: dit moeten we samen als gezin doen. Ze weten dat er vanwege de coronamaatregelen maar één persoon per dag op bezoek  mag komen, maar ze zien het niet voor zich om dit vreselijke nieuws via een videoverbinding aan de kinderen mee te delen, en ook niet één voor één. “Dit moet echt samen!”, zegt Nynke. Daarom vraagt Nynke aan de verpleegkundige (Floor) of het goed is als ze met haar man het slechte bericht aan haar vier kinderen gaan vertellen, gezamenlijk, in het ziekenhuis. De verpleegkundige reageert spontaan: “Natuurlijk, dat gaan we regelen!” Ze legt de afspraak vast en draagt die over aan de volgende ploeg.

Zonder overleg

’s Avonds wordt Floor gebeld door Arisha, haar leidinggevende: “Hoe heb je in vredesnaam kunnen instemmen met dit voorstel? We gaan toch niet met zes mensen op één kamer zitten, in deze tijd! Ga morgen maar met mevrouw in gesprek en deel haar mee dat dit geen optie is.” Floor reageert direct: “Nee, dat ga ik niet doen! We moeten maar naar een oplossing zoeken waarin dit toch mogelijk is.” De leidinggevende, die onlangs de cursus ‘Leiden van moreel beraad’ heeft gevolgd, besluit dat ze er de volgende dag een ethisch overleg aan zullen wijden. De volgende dag zijn er naast Floor en haar leidinggevende nog drie collega’s aanwezig bij het overleg. In eerste instantie spitst het gesprek zich toe op de handelwijze van Floor. Haar collega’s vragen zich af waarom zij zonder overleg met collega’s deze toezegging aan mevrouw Joustra heeft gedaan. De regels zijn toch duidelijk en  afgesproken is dat er geen uitzonderingen worden gemaakt, anders is het einde zoek. Floor verdedigt zich door te zeggen dat ze geen moment geaarzeld heeft. Dit is zo’n ingrijpende situatie, daar moet gewoon een uitzondering voor gemaakt worden. “En”, voegt ze daaraan toe, “ik sta er nog steeds honderd procent achter!” Leidinggevende Arisha vindt dat het niet moet gaan over het al of niet verwijtbaar zijn van het handelen van Floor, maar over hoe ze hier nu mee om moeten gaan. De morele kwestie moet aan de orde komen. Samen besluiten ze dat de morele vraag is of we voor het gesprek van Nynke en haar gezin een uitzondering op de Covidregels mogen maken.

Mag je een uitzondering maken?

Welke waarden spelen een rol? Voor het ziekenhuis staat de veiligheid voorop. Zij willen veiligheid  bieden aan patiënten en collega’s. Bovendien is de ergernis in het ziekenhuis over mensen die zichzelf privileges toestaan, ‘omdat ze er klaar mee zijn’ bijzonder groot. In het ziekenhuis houden we ons aan de regels. Daarmee komt ook de collegialiteit in het vizier, een bijzondere vorm van solidariteit: wat voor de een geldt, daar moet ook de ander zich aan houden. Die collegialiteit weegt zwaarder dan gehoorzaamheid. Die speelt wel een rol, maar zorgprofessionals houden niet zo van dat woord. Een collega verwoordt het in het gesprek zo: “We volgen de regels, maar niet slaafs. We weten ook wanneer we om goede redenen van de regels moeten afwijken. Dat is juist wat ons professioneel maakt.” En wat weegt voor Nynke en haar gezin het zwaarste? De deelnemers aan het gesprek proberen zich in te leven in Nynke en haar man. Sommigen schudden hun hoofd, het blijft lang stil. “Wat vreselijk is dit toch.” “Dit is zo teer en intiem, dat wil je als ouders met elkaar doen, zo dicht mogelijk bij elkaar.”  Ze zoeken samen naar woorden voor wat hier in het geding is: menselijkheid, menslievendheid, waardigheid, respect. Wat is in het licht van deze waarden wijs om te doen? Hoe komen we het beste aan de genoemde waarden tegemoet? Lang hoeven ze er niet over na te denken: ze gaan het gesprek faciliteren, niet op de afdeling, maar op een andere, rustige plaats in het ziekenhuis. Om geen ophef of onrust te veroorzaken, laten ze de familie via de  personeelsingang binnenkomen. Uiteraard moet iedereen zich aan de veiligheidsvoorschriften houden. Ze zullen de collega’s hiervan op de hoogte brengen.

Prudentie

Dit is volgens de groep nu zo’n situatie waar de regel vraagt om een uitzondering. Voor de morele kwaliteit van de zorg is het essentieel dat deze ruimte voor de uitzondering bestaat en dat professionals zich vrij voelen om een tegengeluid te geven. Tegelijk blijft het altijd zoeken naar een balans. Een uitzondering moet uitzonderlijk blijven. Als de zorgpraktijk van uitzonderingen aan elkaar hangt, moet je overwegen regels te schrappen of aan te scherpen.

Door: Thijs Tromp