Steeds vaker melden deelnemers zich bij Reliëf voor de training Gespreksleider Moreel Beraad met de opdracht vanuit hun organisatie om moreel beraad te organiseren met zorgontvangers en hun naasten. Moreel beraad is een methode waarin aan de hand van een stappenplan wordt onderzocht wat goede zorg precies is in een specifieke situatie. Het moreel beraad wordt meestal ingezet wanneer er sprake is van een dilemma; een situatie waarin je moet kiezen, er geen oplossing voor handen is, omdat er aan alle handelingsalternatieven nadelen zitten.
Een voorbeeld van zo’n dilemma: moeten we, tegen de wens van ouders in, toch op zoek gaan naar een andere zorgaanbieder voor een bewoner? Dit kan spelen wanneer de zorg voor een bewoner met complex gedrag zoveel frustratie oproept dat het niet langer in het belang van alle betrokkenen lijkt om haar in de huidige setting te laten wonen.
Afgelopen jaar heb ik een verkenning uitgevoerd binnen de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, waarin ik op zoek ging naar bestaande goede ervaringen met moreel beraad en morele reflectie met deze doelgroep. De inzichten uit deze verkenning zijn niet alleen relevant voor de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, maar hebben ook bredere waarde voor andere zorgcontexten. Daarom kies ik ervoor om het algemene begrip zorgontvanger te gebruiken, waarmee ik patiënt, cliënt, deelnemer of bewoner bedoel.
‘Niets over ons zonder ons’
In de zorg klinkt steeds vaker het pleidooi: je kunt niet over een zorgontvanger praten en belangrijke beslissingen nemen over diens leven, zonder dat deze zelf aan tafel zit. ‘Niets over ons zonder ons’ is een motto dat in de verstandelijk gehandicaptenzorg steeds vaker klinkt.
Ontdekken en ruimte geven aan wat een zorgontvanger écht wil, zeker wanneer iemand zich moeilijk mondeling kan uitdrukken of niet heel mondig is, is een vaardigheid die we in de zorg nog beter kunnen ontwikkelen. In de documentaire ‘De Heikanteling’ (2019) zegt een projectleider treffend: “De organisatie van onze werkzaamheden bepaalt hoe jouw leven eruitziet.”
Hoewel er op veel plekken vooruitgang is geboekt, blijven de systemen en structuren in zorgorganisaties vaak beperkend voor de autonomie en invloed van bewoners en patiënten. Een betere dialoog met zorgontvangers en hun naasten over de meer morele aspecten, naast de systeem en praktische kanten, kan bijdragen aan het bevorderen van deze balans. Uiteindelijk moeten degenen die zorg ontvangen, of hun vertegenwoordigers, een betekenisvolle stem hebben in hoe deze wordt vormgegeven
Veranderende tijden
De zorgsector bevindt zich in een transitie. We gaan de komende jaren met minder mensen meer zorg verlenen en we gaan dat doen samen met naasten (en andere gemeenschappen) en technologische ontwikkelingen. Het is geen eenvoudige route, maar het lijkt de enige weg om zorg toegankelijk en betaalbaar te houden.
Veel organisaties erkennen inmiddels dat het betrekken van naasten niet gaat om simpelweg hun hulp in te schakelen. Betrokkenheid leidt onvermijdelijk tot inspraak. Zo kunnen naasten bijvoorbeeld vragen: “Waarom staan er in de avond twee medewerkers op de groep, terwijl wij als familie ook aanwezig zijn? Kunnen die uren niet beter worden ingezet in de middag, wanneer wij werken?” In ‘De Heikanteling’ zien we hoe familieberaden worden georganiseerd waarin naasten meedenken over de inrichting van zorg. In deze beraden wordt helder dat naasten bijvoorbeeld ook willen meedenken over de verdeling van budgetten. Wanneer je samen gaat werken met mensen, dan gaan zij ook vragen stellen en meedenken over welke keuzes (impliciet) worden gemaakt in de zorg.
Morele reflectie in de VG-sector
De vraag aan gespreksleiders om moreel beraad te houden met zorgontvangers en naasten is dan ook goed te verklaren, maar roept ook nieuwe uitdagingen op. Het moreel beraad is ook de plek waar we met elkaar kunnen nadenken over de mogelijkheden en grenzen van wat we als organisatie of professionals kunnen en willen hanteren. Dat kan en moet lang niet altijd met naasten erbij. Dat kan de zorgrelatie beschadigen en de veiligheid in het gesprek op het spel zetten. Wel moeten we veel vaker met naasten en zorgontvangers spreken over wat goede zorg is. Dit gesprek hoeft niet altijd binnen het kader van een moreel beraad plaats te vinden, maar kan op andere manieren worden georganiseerd. Het lijkt nog wel een puzzel hoe dit georganiseerd kan worden.
Veel organisaties geven aan belang te hechten aan morele reflectie met zorgontvangers en bewoners. Toch ben ik nauwelijks goede praktijkvoorbeelden tegengekomen op dit gebied. Er zijn wel experimenten waarbij morele reflectie plaatsvindt met alleen zorgontvangers, of gesprekken waarbij cliëntvertegenwoordigers worden betrokken. Maar een organisatie die structureel samen met mensen met een verstandelijke beperking het morele onderzoek doen naar wat goede zorg is, juist in situaties waarin dilemma’s spelen, heb ik nog niet gevonden.
Complexiteit en nieuwe methoden
Het is niet vreemd dat structurele morele reflectie samen met zorgontvangers in de praktijk nog weinig voorkomt. Het moreel beraad is een alom bekende methode voor morele reflectie, maar is een cognitief veeleisend instrument dat veel vraagt van de deelnemers. Het roept de vraag op of we echt recht doen aan inclusie en participatie door zorgontvangers te laten deelnemen aan een methode die door professionals is ontworpen, en vooral is ingezet om onderling het gesprek te voeren over wat goede zorg is.
Als we ons willen voorbereiden op een toekomst waarin zorgontvangers en naasten meer invloed krijgen, zijn er ook nieuwe methoden voor morele reflectie nodig. Deze moeten het mogelijk maken om samen te onderzoeken, ook wanneer de cognitieve vaardigheden van deelnemers uiteenlopen.
Op verschillende plekken worden methoden ontwikkeld om het goede gesprek over zorg verder vorm te geven. Dit gebeurt bijvoorbeeld binnen lectoraten en universiteiten, waar innovatieve benaderingen worden ontworpen om de dialoog met zorgontvangers en hun naasten te versterken. Deze inspanningen laten zien dat er steeds meer aandacht is voor de stem van zorgontvangers en hun vertegenwoordigers.
Toch blijkt dat veel zorgorganisaties nog niet zo ver zijn. Het implementeren van nieuwe methoden vraagt allereerst om het bewustzijn van de noodzaak daartoe en daarnaast om tijd, deskundigheid en ook een cultuurverandering. Bovendien is het de vraag of er wel één universele methode kan zijn die recht doet aan de diversiteit van patiënten, cliënten, bewoners en hun naasten. De behoeften en voorkeuren van deze groepen variëren sterk, afhankelijk van factoren zoals relatie tot de zorgontvanger, cognitieve vermogens, achtergrond en persoonlijke situatie.
De zorgsector is gebaat bij een breed scala aan methoden die flexibel inzetbaar zijn en aansluiten bij de specifieke context en doelgroep. Dit vraagt om een gezamenlijke inspanning van onderzoekers, zorgprofessionals en organisaties om methoden te ontwikkelen die praktisch toepasbaar zijn en bijdragen aan inclusie en participatie. Uiteindelijk is het doel om iedereen die zorg ontvangt of hen vertegenwoordigt een betekenisvolle stem te geven in beslissingen die hun leven beïnvloeden.
Oproep tot samenwerking
Reliëf heeft de ambitie om in de praktijk te gaan experimenteren met een laagdrempelige methode voor morele reflectie waarin het gesprek tussen medewerkers, bewoners en naasten gevoerd kan gaan worden over een praktische morele kwestie die op een woning speelt.
Heeft uw organisatie interesse om hiermee aan de slag te gaan? Neem dan contact met ons op via info@relief.nl. Samen kunnen we bouwen aan zorg waarin steeds vaker het goede gesprek tussen medewerkers, bewoners en naasten steeds vaker wordt gevoerd.
Door: Marije Stegenga, werkzaam voor Reliëf als ethicus en coach.