Zegt de eendagsvlieg: ‘Kunt u zich voorstellen wat het allemaal betekent om binnen 24 uur rond te komen: geboren worden, opgroeien, beleven, lijden, gelukkig zijn, oud worden, sterven. Alles in 24 uur?’
‘Daar zou ik alles voor willen geven’, zei de ezel. ‘In korte tijd alles krijgen wat je maar krijgen kunt. Dat moet heerlijk zijn. Een kort en krachtig leven!’
‘Maar dan ik’, zei de schildpad. ‘Ik ben nu 300! Wat ik allemaal niet heb moeten meemaken! Toen ik 200 was, dacht ik, nu moet er maar een einde aankomen!’
‘Ik heb medelijden met je’, zei de eendagsvlieg. ‘En ik benijd je’, zei de ezel. ‘Ik zou er heel wat voor willen geven om zo te kunnen leven. Alles meemaken: lang en intensief leven.’
Toen zwegen ze alledrie bedroefd, omdat ze hun leven naar de klok hadden gemeten en ernaar verlangden hun leven te verlengen of te verkorten, of beide.
Toen gingen ze naar de spin, die om z’n wijsheid werd geroemd. ‘Schildpad’, zei de spin, ‘houd op met klagen, want wie heeft er nu zoveel ervaring als jij?’
Tegen de eendagsvlieg zei ze: ‘Eendagsvlieg, houd op met klagen, want wie heeft er zoveel plezier als jij?’
Toen meldde zich de ezel. ‘En ik, wat raadt u mij?’
‘Jou raad ik niets’, zei de spin, ‘want jij wilt allebei, jij bent en blijft een ezel.’
Toen de andere twee dat hoorden, wierpen zij hun klokken weg en maten het leven voortaan naar de diepte en de zin.
Door: Wout Huizing
Publicatie uit Open Deur, Oecumenisch maandblad